Site icon The Buddhists News

Het leven van de Boeddha — prins, krijger, meditator, en uiteindelijk verlichte leraar

Boeddha

jan 31, 2020

Het boeddhistische nieuws

De Boeddha: prins, krijger, meditator en uiteindelijk verlichte leraar. Het leven van de Boeddha, de „Iemand die wakker is” naar de aard van de werkelijkheid, begint 2600...

Hij stichtte een religie die tweeënhalf millennia heeft geduurd, maar wie was Boeddha?

Het levensverhaal van de Boeddha begint in Lumbini, nabij de grens van Nepal en India, ongeveer 2.600 jaar geleden, waar de man Siddhartha Gautama werd geboren.

Hoewel geboren als een prins, realiseerde hij zich dat geconditioneerde ervaringen geen blijvend geluk of bescherming tegen lijden konden bieden. Na een lange spirituele zoektocht ging hij in diepe meditatie, waar hij de aard van de geest realiseerde. Hij bereikte de staat van onvoorwaardelijk en blijvend geluk: de staat van verlichting, van Boeddhaschap. Deze gemoedstoestand is vrij van verontrustende emoties en drukt zich uit door onbevreesdheid, vreugde en actief mededogen. Voor de rest van zijn leven leerde de Boeddha iedereen die vroeg hoe ze dezelfde staat konden bereiken.

„Ik geef les omdat jij en alle wezens geluk willen hebben en lijden willen vermijden. Ik leer de manier waarop de dingen zijn.”

— De Boeddha

Boeddha's vroege leven

India ten tijde van de Boeddha was zeer spiritueel open. Elke belangrijke filosofische visie was aanwezig in de samenleving, en mensen verwachtten dat spiritualiteit hun dagelijks leven positief zou beïnvloeden.

In deze tijd van groot potentieel werd Siddhartha Gautama, de toekomstige Boeddha, geboren in een koninklijke familie in wat nu Nepal is, dicht bij de grens met India. Toen hij opgroeide, was de Boeddha uitzonderlijk intelligent en medelevend. Lang, sterk en knap, de Boeddha behoorde tot de krijger kaste. Er werd voorspeld dat hij ofwel een grote koning of spiritueel leider zou worden. Omdat zijn ouders een machtige heerser wilden voor hun koninkrijk, probeerden ze te voorkomen dat Siddharta de onbevredigende aard van de wereld zag. Ze omsingelden hem met elk soort plezier. Hij kreeg vijfhonderd aantrekkelijke dames en alle mogelijkheden voor sport en opwinding. Hij beheerste de belangrijke gevechtstraining volledig en won zelfs zijn vrouw, Yasodhara, tijdens een boogschietwedstrijd.

Plotseling, op 29-jarige leeftijd, werd hij geconfronteerd met vergankelijkheid en lijden. Op een zeldzaam uitje uit zijn luxe paleis, zag hij iemand wanhopig ziek. De volgende dag zag hij een oude man, en uiteindelijk een dood persoon. Hij was erg overstuur toen hij zich realiseerde dat ouderdom, ziekte en dood naar iedereen zou komen waar hij van hield. Siddhartha had geen toevluchtsoord om ze aan te bieden.

De volgende ochtend liep de prins langs een meditator die in diepe absorptie zat. Toen hun ogen elkaar ontmoetten en hun gedachten verbonden waren, stopte Siddhartha, gefascineerd. In een flits besefte hij dat de perfectie die hij buiten zocht, binnen de geest zelf moet liggen. De ontmoeting met die man gaf de toekomstige Boeddha een eerste en verleidelijke smaak van de geest, een ware en blijvende toevluchtsoord, waarvan hij wist dat hij zichzelf moest ervaren voor het welzijn van allen.

Boeddha's verlichting

De Boeddha besloot dat hij zijn koninklijke verantwoordelijkheden en zijn familie moest verlaten om volledige verlichting te realiseren. Hij verliet het paleis stiekem en vertrok alleen het bos in. In de komende zes jaar ontmoette hij veel getalenteerde meditatie leraren en beheerste hun technieken. Hij vond altijd dat ze hem het potentieel van de geest lieten zien, maar niet de geest zelf. Ten slotte, op een plaats genaamd Bodhgaya, besloot de toekomstige Boeddha om in meditatie te blijven totdat hij de ware aard van de geest kende en alle wezens ten goede kon komen. Na zes dagen en nachten door de meest subtiele obstakels van de geest te hebben doorgesneden, bereikte hij verlichting op de volle maan ochtend van mei, een week voordat hij vijfendertig werd.

Op het moment van volledige realisatie ontbonden alle sluiers van gemengde gevoelens en stijve ideeën en ondervond Boeddha het allesomvattende hier en nu. Alle scheiding in tijd en ruimte verdween. Verleden, heden en toekomst, dichtbij en ver, smolt in één stralende staat van intuïtieve gelukzaligheid. Hij werd tijdloos, aldoordrongen bewustzijn. Door elke cel in zijn lichaam wist hij en was alles. Hij werd Boeddha, de Ontwaakte.

Na zijn verlichting reisde Boeddha te voet door het noorden van India. Hij gaf constant les voor vijfenveertig jaar. Mensen van alle kasten en beroepen, van koningen tot courtisanes, werden tot hem aangetrokken. Hij beantwoordde hun vragen en wees altijd op wat uiteindelijk echt is.

Gedurende zijn hele leven moedigde Boeddha zijn leerlingen aan om zijn leer in vraag te stellen en ze te bevestigen door hun eigen ervaring. Deze niet-dogmatische houding kenmerkt het boeddhisme vandaag de dag nog steeds.

„Ik kan gelukkig sterven. Ik heb geen enkele les verborgen gehouden in een gesloten hand. Alles wat nuttig voor u is, heb ik al gegeven. Wees je eigen leidend licht.”

— De Boeddha, terwijl het verlaten van zijn lichaam op de leeftijd van tachtig

Exit mobile version